Sinds 2018 wordt in de Mercedes-Benz vestiging Mannheim de volledig elektrische stadsbus eCitaro met accuopslag geproduceerd. Vanaf 2022 is er een uitvoering met brandstofcel voor de interne stroomopwekking uit waterstof als Range Extender voorzien. Deze bussen met alternatieve aandrijvingen nemen bij Daimler een centrale rol in richting CO₂-neutraal personenvervoer. Daarmee is de cirkel rond. Want 125 jaar geleden, op 12 maart 1895, levert eveneens in Mannheim de autofabrikant Benz & Cie. Rheinische Gasmotoren Fabrik de eerste bus met verbrandingsmotor af – destijds een alternatieve aandrijving.
125 jaar geleden: eerste bus met verbrandingsmotor van Benz & Cie.
Stuttgart, 24 maart 2020
- Op 12 maart 1895 levert Benz & Cie. de eerste bus met motor af
- De eerste in zijn soort in het lijnverkeer tussen Siegen, Netphen en Deuz
- Verbrandingsmotor zorgt voor revolutie in het door paarden- en stoombussen beheerste segment
- Vandaag: Daimler Buses met elektrische bussen met accu en elektro-aandrijving
Het voertuig ontstaat op basis van de Benz Landauer. Dit type is de grootste automobiel die Benz & Cie. op basis van de vierwielige, vanaf 1893 geproduceerde Benz modellen Victoria en Vis-à-Vis met fuseebesturing aanbiedt. De bus heeft in totaal acht zitplaatsen. Ter vergelijking: De moderne Mercedes-Benz royale gelede bus CapaCity L voor zeer drukke trajecten in grote steden biedt ruimte aan maar liefst 191 passagiers.
Wereldpremière in het lijnverkeer.
De eerste Benz bus met motor rijdt voor de Netphener Omnibus-Gesellschaft. Deze bestelt de bus op 19 december 1894 bij Benz & Cie. en zet hem vanaf 18 maart 1895 in op het traject Siegen–Netphen–Deuz. Al op 29 maart 1895 bestelt het bedrijf een tweede bus, die Benz & Cie. op 26 juni 1895 aflevert. Beide voertuigen worden aangedreven door een liggende eencilindermotor achterin met een staand vliegwiel en een cilinderhoud van 2,9 liter. De motor met automatische aanzuigklep en geregelde uitlaatklep levert 3,7 kW (5 pk). Deze wordt gekoeld via een verdampingskoeling, als ontsteking wordt een via de accu gevoede elektrische hoogspanningsontsteking gebruikt.
In een beschrijving van de eerste bus met verbrandingsmotor uit die tijd wordt gewag gemaakt van een imperiaal voor bagage, het opschrift “Siegen–Netphen–Deuz” en genummerde zitplaatsen binnen. Tot de uitrusting behoren bovendien onder andere reserverubberbanden voor de achterwielen en een voorwiel. Het tweede voertuig is soortgelijk uitgerust, maar heeft ook onder andere een signaalklok.
Soortgelijke Benz bussen met motor op basis van de Landauer worden in Vegesack (aan Schild & Cie.) en in Nordenham (aan Johann Janssen) afgeleverd. Naar verluidt zijn er nog andere klanten uit Tirol en Bitterfeld.
Historisch keerpunt.
De première van de lijndienstregeling via een bus met verbrandingsmotor door de Netphener Omnibus-Gesellschaft duurt slechts tot de winter van 1895/96. Daarna wordt deze stopgezet, onder andere vanwege de zware tol die de wegen in de winter aan de voertuigen stellen.
Toch is 12 maart 1895 een keerpunt in de geschiedenis van het personenvervoer. Want die datum staat voor het begin van de technische omslag in het busverkeer: het einde van de paardenbus en de stoomaandrijving, het begin van de verbrandingsmotor. Momenteel bevindt de busbranche zich weer midden in een technische omslag naar elektrische tractie.
Busreis door het Mercedes-Benz Museum.
Met de aflevering van de eerste Benz bus met motor begint de uiterst succesvolle 125-jarige geschiedenis van de Mercedes-Benz bussen met talloze hoogtepunten. Bijvoorbeeld de van 1954 tot 1964 gebouwde Mercedes-Benz O 321 H, die in 2019 het 65-jarige jubileum van zijn première vierde.
Van deze veelzijdige ontwikkeling getuigen dan ook talloze tentoongestelde stukken in het Mercedes-Benz Museum. Museumbezoekers krijgen een authentieke, met behulp van originele onderdelen opgebouwde reconstructie van de Benz bus met motor te zien in Mythoszaal 1: Pioniers – De uitvinding van de automobiel, 1886 tot 1900. De beide aan de Netphener Omnibus-Gesellschaft geleverde voertuigen zijn niet behouden. Een Mercedes-Benz O 303 touringcar uit 1979 staat tussen de tentoongestelde stukken in Mythoszaal 5: Voordenkers – veiligheid en milieu, 1960 tot 1982. Deze modelserie stelt normen voor voertuigveiligheid voor bussen: met de O 303 werden onder andere voor het eerst systematische koproltests uitgevoerd, en verder is dit de eerste bus ter wereld met antiblokkeersysteem ABS.
In het Mercedes-Benz Museum ziet de bezoeker meteen zes bussen in Collectionzaal 1: Galerie der reizen. Het begint bij de Britse Milnes-Daimler dubbeldeksbus in het begin van de 20e eeuw en loopt via de Mercedes-Benz types O 2600 all-season touringcar uit de jaren 30 en de O 3500 all-season touringcar uit de jaren 50 tot aan de in vrolijke kleuren gespoten Braziliaanse LO 1112 uit het jaar 1969. Een O 305 standaardlijnbus uit 1980 en een Mercedes-Benz Travego van de sinds 2009 gebouwde generatie ronden de tentoonstelling in deze zaal af.
Daarbij komen ten slotte nog de in Oostenrijk tot een mobiel postkantoor omgebouwde Mercedes-Benz O 10000 stads- en streekbus, uit het einde van de jaren 30 in de zaal Collection 2 – Galerie der lasten, alsmede de Mercedes-Benz O 302 touringcar in de zaal Collection 4 – Galerie der namen. Dit voertuig is een getrouwe replica van de teambus van het Duitse nationale elftal tijdens het WK voetbal 1974 in de Bondsrepubliek Duitsland. Het is slechts een van de twee in het museum tentoongestelde voertuigen waarin bezoekers zelf mogen plaatsnemen.