Bij gevaar
eCitaro

Bij gevaar

Wanneer zich een gevaarlijke situatie voordoet, moet de chauffeur snel reageren om een ongeval te voorkomen. De chauffeur kan in dit soort situaties rekenen op het onderstel dat over een uitstekende rechtuitstabiliteit beschikt. De onafhankelijke wielophanging aan de vooras zorgt er bovendien voor dat de Citaro uiterst nauwkeurig op de stuurbewegingen van de chauffeur reageert.

De pendelslag-test volgens UNECE-R 29. Bij de eCitaro is bijzondere aandacht aan de veiligheid van de chauffeur besteed. Tijdens het ontwerp van de eCitaro heeft Mercedes-Benz vrijwillig de voor vrachtwagens geldende richtlijn UNECE-R 29 aangehouden. In deze uit 1975 afkomstige richtlijn is de overlevingsruimte van vrachtwagenchauffeurs bij een frontale botsing vastgelegd. Door middel van een pendelslagtest is gecontroleerd of de eCitaro aan de UNECE-R 29 -richtlijn voldoet.

De voor stadsbussen unieke bescherming bij frontale botsingen, getest conform richtlijn UNECE-R 29, en de stijvere constructie van het frame verhogen de passieve veiligheid.

De eCitaro is standaard met een brandmelder in het motorcompartiment uitgerust, die de daar heersende temperaturen bewaakt. Bij overschrijding van de ingesteld waarde van 160°C breekt de onder druk staande detectiedraad en waarschuwt de chauffeur via een akoestisch alarmsignaal en een optische melding op het chauffeurdisplay met de aanwijzing „Brandmelding motorruimte” voor dreigend gevaar.

De chauffeur wordt eveneens op het display geïnformeerd over een storing van de gereedheid alsmede een plaatsgevonden activering van het systeem bijv. tijdens een ongepland stilzetting van de bus, via de melding „Uitval brandmelder”.

Bij overschrijding van een temperatuur van ca. 160°C ontvangt de chauffeur via het chauffeurdisplay een alarm met de melding "Brand motorruimte". Bovendien wordt een akoestisch waarschuwingssignaal gegeven en wordt het blussen automatisch geactiveerd.

In geval van brand breekt de onder druk staande detectiedraad (firetrace) en spuit een oplosmiddelmengsel van water, beschermmiddel voor koelers en een speciale additief via de zogenoemde nozzles (sproeiers) in het gehele motorruimte. De waternevel verdampt door de hoge temperaturen en verdringt de zuurstof. De motorruimte wordt zo duidelijk afgekoeld, de brand wordt onmiddellijk geblust en het weer opvlammen wordt voorkomen.

De brandblusinstallatie maakt gebruik van het schoonste type blusmiddel: water. Door het water, de hoge druk en een schuimadditief worden alle drie de factoren weggenomen die nodig zijn voor de kettingreactie die een brand veroorzaakt, namelijk hitte, zuurstof en brandstof. Het systeem koelt het vuur af door hogedruk-watermist om te zetten in waterdamp, waarbij energie wordt opgenomen. Verder verstikt het de brand doordat de gevormde waterdamp zuurstof verdringt. Het schuimadditief legt tot slot een beschermende film over ontvlambaar materiaal en voorkomt dat het vuur opnieuw oplaait. De brandblusinstallatie is door de TÜV gecertificeerd en voldoet aan de wettelijke vereisten en testvoorschriften van de verordening UN R107/06.

* optie (alleen in combinatie met fossiele extra verwarming)
** alleen in combinatie met fossiele extra verwarming